Seizoensgebonden allergieën zijn reacties van je lichaam op bepaalde allergenen die maar in bepaalde tijden van het jaar voorkomen. Dit zijn bijvoorbeeld pollen, grassen en schimmels die in bepaalde maanden in overvloed aanwezig kunnen zijn. Als je in een bepaalde periode veel moet niezen, hoesten of last hebt van een loopneus of jeukende ogen, dan kan je mogelijk last hebben van een seiszoensgebonden allergie.
Het weer heeft invloed op allergenen
Het klimaat, mileu en de hoeveelheid aanwezige allergeen hebben een belangrijke invloed wanneer de allergie begint. Afhankelijk van de persoon is de seizoensgebonden allergie het meest heftig in vooral het voorjaar, zomer of de herfst. Milde temperaturen in de winter zorgen voor een vroege bestuiving van bloemen en planten. En een lange periode van regenachtig of vochtig weer kan leiden tot een grote toename schimmels in de herfst. Deze klimaatsinvloeden zorgen er mede voor dat de seizoensallergie langer duurt. Niet alleen heeft het weer invloed op de bloeiperiode van grassen, bomen en planten. Het weer heeft namelijk ook invloed op de hoeveelheid pollen die in de lucht zweven. Bij regenachtig weer zullen de pollen uit de lucht worden gedrukt en is er dus minder kans op de symptomen van een allergie. Ideaal weer voor het verspreiden van pollen via de lucht zijn droge warme, winderige dagen. Samengevat geldt voor de impact van het weer op allergenen het volgende:
- De concentratiedruk van de hoeveelheid pollen in de lucht is over het algemeen het hoogst in de ochtend;
- Ook op warme dagen gedijen pollen goed. De hoeveelheid pollen in de lucht ligt dan hoger;
- Regen spoelt pollen weg, maar pollen stijgen weer de lucht in na de regenval;
- Wanneer er weinig wind zijn er minder pollen in de lucht;
- De bloei van grassen en bomen gedijen het beste tijdens koele nachten en warme dagen;
- Schimmels groeien snel in een warme omgeving en bij een hoge luchtvochtigheid.
Meest voorkomende boosdoeners onder planten en bomen
De meeste allergieën worden veroorzaakt door pollen van planten en bomen uit je directe omgeving. Een aantal belangrijke boosdoeners zijn:
- Ambrosia. Dit is een plant die in het wild steeds vaker voorkomt. De concentratiedruk van pollen ligt het hoogst tijdens de zomer en het najaar. De ambrosia is wereldwijd één van de belangrijkste planten die bij mensen hooikoorts veroorzaakt.
- Gras. Veel mensen zijn kwetsbaar voor een allergie dat veroorzaakt wordt door een gras dat hoort tot de grassenfamilie. Voorbeelden van deze grassen zijn de timoteegras, kropaar, raaigras, struik- en reukgras. Vooral in de zomer en op plekken waar veel soorten gras voorkomen hebben mensen last van allergische symptomen. Als het een mooie zomer is, dan is vaak een tweede bloeiperiode en zal de overlast langer aanhouden.
- Ceder. Deze boom komt in Nederland en België voornamelijk in parken aan aangelegde bossen voor. Vooral in het voorjaar kan deze boom een allergische reactie veroorzaken.
- Papagaaikruid. Dit onkruid groeit op voornamelijk zandgronden en is te vinden in bermen en graslanden. De aanwezigheid van het stuifmeel is op zijn hoogst tijdens de lente, zomer en herfst.
- Eik. Mensen die allergisch zijn voor de eik zijn dit vaak ook voor de populier, hazelaar en els. De pollen van deze bomen zijn voornamelijk van januari tot en met juni in de lucht en komen overal voor.
Andere seizoensgebonden allergieën
In het algemeen denkt men bij een seizoensgebonden allergie direct aan grassen, pollen en schimmels. Vaak noemen we dit hooikoorts. Er zijn echter meer allergie triggers die nauw verbonden zijn met bepaalde seizoenen.
- Insectenbeten. Deze komen meestal voor in het voorjaar en de zomer.
- Rook. De rook die afkomstig is van de openhaard in de winter of kampvuren wanneer het buiten aangenaam weer is.
- Chloor. Met mooi weer gaan meer mensen genieten van een dagje bij het zwembad. Veel zwembaden maken gebruik van chloor.
- Snoepgoed. Tijdens feestdagen als Sinterklaas en Sint Maarten wordt er veel snoep geconsumeerd. Voor bepaalde bestandsdelen van het snoepgoed zijn mensen allergisch.
- Zon. Gewenning van een overvloed aan UV-A licht op de huid veroorzaakt zon- en huidallergie.
Behandelen seizoensgebonden allergie
Om een allergische reactie te voorkomen is het belangrijk om op de hoogte te zijn voor wat voor allergenen je precies allergisch bent. Je denkt misschien dat je allergisch bent voor pollen in de lucht, maar dit kunnen ook andere stoffen zijn. Als je weet welke allergenen bij jou problemen veroorzaken kun je een strategie toepassen om contact met deze stoffen te voorkomen.
Bij gevoeligheid voor de pollen van planten en bomen (hooikoorts) kan je het volgende doen:
- Houd de pollenmonitor en verwachting in de gaten. Als de pollendruk hoog is, vermijd zoveel mogelijk de buitenlucht;
- Houd het weer in de gaten. Bij warm en winderig weer zijn er meer pollen in de lucht.
- Houd ramen en deuren gesloten , zodat pollen buitenshuis blijven. Wil je wel een raam opzetten, gebruik een hor om de pollen zoveel mogelijk te weren;
- Draag buiten een zonnebril;
- Ben je buiten geweest? Neem een douche en trek schone kleren aan. Zo heb je binnen geen last van pollen die nog om je heen hangen;
- Bij tuinieren en gras maaien is het verstandig om een bril en/of mondkapje te dragen;
- Aan zee en hoog in de bergen zit minder stuifmeel in de lucht. Handig om rekening mee te houden tijdens een vakantie.
- Neem passende anti-allergie medicatie vooraf. Enkele van de meeste aanbevolen anti-allergie producten is gewoon zonder recept verkrijgbaar.
Wat zijn jouw ervaringen met seizoensgebonden allergieën? Deel je kennis en ervaring hieronder met andere bezoekers.
Geef een reactie